De regeling heeft betrekking op de hele, afgeronde eindcijfers van alle vakken. Als je, bijvoorbeeld, voor Nederlands met al je schoolexamentoetsen op een 6,7 uit bent gekomen, wordt je eindcijfer voor Nederlands een 7, had je voor Natuurkunde een 6,4 dan wordt dat een 6.
Op deze afgeronde cijfers wordt de slaag-/zakregeling gelegd.
- Als je alles voldoende hebt, ben je geslaagd.
- Met allemaal zessen en één vijf, ben je ook geslaagd. Je hebt dan geen vol compensatiepunt nodig. In alle andere gevallen is dat wel zo.
- Als je twee vijven staat, moet het gemiddelde van je eindcijfers op een ONAFGERONDE 6 uitkomen. Dat wil zeggen dat je tegenover die twee vijven (eigenlijk twee minpunten op het gemiddelde van de 6 voor alle vakken) twee zevens of één acht moet hebben staan (twee pluspunten op het gemiddelde van de 6 voor alle vakken).
Rekenvoorbeeld geslaagd:
Frans 5, Aardrijkskunde 5, Wiskunde 8, verder allemaal zessen: 5+5+8=18 18:3=6,0 (precies zes, dus niet afgerond)
Rekenvoorbeeld gezakt:
Frans 5, Aardrijkskunde 5, Wiskunde 7, verder allemaal zessen: 5+5+7= 17 17:3=5,7 (minder dan zes, alleen bij afronding een zes maar afronden mag hier niet)