De meest voorkomende vormen van pestgedrag zijn:
- Verbaal
pesten:
uitschelden, belachelijk maken, uitlachen, bedreigen: iemand tot iets
dwingen, chanteren of intimideren
- Fysiek
pesten: spugen,
schoppen, slaan of knijpen
- Materieel
pesten:
spullen kapot maken, afpakken of verstoppen
- Relationeel
pesten:
iemand buitensluiten, over iemand roddelen of geruchten verspreiden
- Digitaal
pesten = cyberpesten: belastend materiaal (foto’s, filmpjes, roddels) via het internet of
sociale media verspreiden, iemand via social media lastig vallen
Iemand die gepest wordt is
vaak angstig, onzeker, ongelukkig en heeft plotselinge huilbuien waar geen
aanleiding voor (lijkt) te zijn. Ook kan het zijn dat iemand onverklaarbare
blauwe plekken heeft. De kleding en andere spullen zijn onverklaarbaar
gescheurd of beschadigd is. Op school zijn ze voorzichtig, gevoelig, rustig,
teruggetrokken en verlegen en zijn opvallend vaker alleen of zijn veel in de
buurt van de leerkracht.
Hoe herken je een pester?
Een pester Is vaak
impulsief, snel boos en is opstandig en agressief tegenover volwassenen,
waaronder leraren en ouders. Heeft een sterke behoefte om andere te domineren
en heeft weinig empathie voor personen die gepest worden. Niet alle pesters
hebben duidelijke gedragsproblemen of zijn betrokken bij grensoverschrijdend
gedrag. Vaak zijn ze zelfs goed in omgang met de leraren ,volwassenen,
collega`s, trainers enzovoorts. Hierdoor is het voor betrokkene moeilijk
voor te stellen dat deze personen zich schuldig maken aan pesterijen en zelfs
hierin het voortouw nemen.
Wat kan je er aan doen?
Ben jij of ken jij iemand
die gepest wordt en je komt er zelf niet uit, is het belangrijk dat je er met
iemand over praat zoals ouders, leraren, of iemand anders die je vertrouwt,
zodat je kan vertellen wat er gebeurt. Hierdoor loop je er niet alleen
mee rond en erover praten kan je een opgelucht gevoel geven. Je kunt dan samen
naar oplossingen kijken en daardoor hoef je niet het gevoel te hebben dat je
het alleen moet doen.